Op 7 november 2024 verzamelden professionals, onderzoekers en beleidsmakers zich in Den Haag voor het symposium “Tussen wetenschap en werkvloer: de digitale stad in theorie en praktijk”. Met boeiende keynotes, interactieve break-outsessies en levendige discussies werd de relatie tussen wetenschap en praktijk verkend. De drie bijzonder hoogleraren van het Centre for BOLD Cities – Anne Fleur van Veenstra, Marjolijn Das, en Roland Ortt – deelden hun inzichten over stedelijk beleid, statistiek en innovatie.
De middag werd geopend door moderator Inge Janse. Zijn energieke en kritische vragen zorgden direct voor een actieve betrokkenheid van het publiek. “Hoe kunnen wetenschap en praktijk écht van elkaar leren?” was een van de centrale vragen waarmee de drie sprekers aan de slag gingen. Hierna verwelkomde Liesbet van Zoonen, wetenschappelijk directeur van het Centre for BOLD Cities, deelnemers en benadrukte het belang van samenwerkingen die verder gaan dan enkel academisch onderzoek.
Keynotes die perspectieven verbinden
De eerste keynote werd verzorgd door Anne Fleur van Veenstra, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden en leerstoel ingesteld vanwege TNO Vector. Anne Fleur reflecteerde op hoe data, wetenschap en stedelijk beleid met elkaar verweven zijn. “We werken aan kennisontwikkeling voor beleid, maar ook aan methodieken waarmee wetenschap, beleidsmakers en burgers gezamenlijk kunnen bijdragen aan digitale innovatie,” vertelde ze. Een belangrijke uitkomst van de discussies tijdens haar sessie was het belang van een gezamenlijke taal en gelijkwaardige samenwerking. Burgers brengen waardevolle ervaringskennis in, terwijl wetenschappers en beleidsmakers beroepsmatig met kennis bezig zijn.
Hoe kunnen we gezamenlijke kennis ontwikkelen en op een gelijkwaardige manier met elkaar in gesprek gaan?”
Daarna nam Marjolijn Das, bijzonder hoogleraar Stedelijke Statistiek aan de Erasmus Universiteit en senior onderzoeker bij het CBS, het podium. Haar keynote richtte zich op de complexe relatie tussen data en de maatschappij. “Statistiek lijkt objectief, maar persoonlijke omstandigheden, belangen en zelfs de manier waarop informatie wordt gepresenteerd, kleuren hoe data wordt begrepen,” legde ze uit. In de daaropvolgende break-outsessie ontstonden levendige discussies over hoe informatie effectiever kan worden gecommuniceerd naar verschillende doelgroepen. “Verhalen en visualisaties die aansluiten bij persoonlijke omstandigheden maken een groot verschil,” benadrukte een deelnemer. Marjolijn sloot af met de noodzaak van data literacy:
Het ontwikkelen van vaardigheden om data te interpreteren en intuïtief met cijfers om te gaan, is een essentiële tool tegen desinformatie.”
De laatste keynote kwam van Roland Ortt, bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ingesteld vanwege Stichting Toekomstbeeld der Techniek. Hij zette de zaal aan het denken over technologische innovatie binnen stedelijke organisaties versus het bedrijfsleven. De case rondom autonoom rijden in de stad leidde tot een boeiende discussie over bestuurlijke doelen en hoe uiteenlopende belangen deze beïnvloeden. Roland stelde:
Gemeenten lijken vaak trager door politiek besluitvormingsprocessen, maar kunnen bij implementatie juist vaart maken door hun regelgevende en verbindende rol.
Interactie en reflectie
In de break-outsessies werden de deelnemers actief betrokken bij discussies en casussen die door de sprekers werden ingebracht. Het interactieve karakter van deze sessies bood ruimte voor het delen van praktijkervaringen en het gezamenlijk nadenken over oplossingen. “Deze gesprekken moeten wij gaande houden,” zei een van de deelnemers na afloop.
Tijdens de afsluiting reflecteerde Liesbet van Zoonen op de belangrijkste inzichten van de dag. Ze benadrukte dat maatschappelijke doelen en waarde essentieel zijn, maar dat ze soms buiten beeld blijven in praktisch georiënteerde discussies. Roland kan zich hierin vinden: “Als bijzonder hoogleraren denken we vaak heel praktisch, waardoor wezenlijke aspecten van digitale vernieuwing in de stad niet altijd aan bod komen”. Tijdens de afsluiting werd benadrukt hoe wetenschap en praktijk elkaar nodig hebben om stedelijke uitdagingen aan te pakken.
Een brug tussen wetenschap en praktijk
Het symposium “Tussen wetenschap en werkvloer” toonde de waarde van samenwerking tussen verschillende disciplines en partijen extern aan de universiteit. Van de keynote van Anne Fleur over gezamenlijke kennisontwikkeling tot Marjolijn haar inzichten over communicatie over data, statistiek en onderzoek en de rol van data literacy en Roland zijn analyse van bestuurlijke complexiteit innovatie processen: de middag bood nieuwe perspectieven en waardevolle inzichten.
Het Centre for BOLD Cities bedankt alle deelnemers voor hun betrokkenheid en waardevolle bijdragen. Samen zetten we stappen in de richting van een digitale stad waarin wetenschap, praktijk en burgers elkaar echt versterken.
Bij gebruik van de onderstaande foto's vragen wij u om de volgende naamsvermelding toe te voegen: Tiffany Konings.