1 Apr 2025
Technologie in de publieke ruimte valt vaak niet op. Maar wie er eenmaal op gaat letten, krijgt er steeds meer vragen over. Dat ervoeren de Erasmusstudenten die meeliepen met een datawandeling door Rotterdam.
Door Arthur De Jaeger en Inge Janse
Eind maart organiseerde oud-BOLD-collega Vivien Butot (tegenwoordig associate lector Social Media, Security & Justice bij Hogeschool InHolland) in samenwerking met het Centre for BOLD Cities samen een datawandeling in Rotterdam. We deden dit voor Erasmusstudenten van het Institute for Housing and Urban Development Studies, die de master digitale stedelijke ontwikkeling en innovatie volgen.
Doel was om met deze studenten in gesprek te gaan over digitalisering in de publieke ruimte. Hiervoor deden we vijf plaatsen aan in het centrum van Rotterdam om te discussiëren over deelmobiliteit, cameratoezicht, private beveiliging, digitale reclames en ‘slimme’ deurbellen. In dit korte verslag vind je de belangrijkste inzichten, vragen en discussies die dat opleverde.
Deelmobiliteit
Bij de mobiliteitshub bij Centraal Station vermoeden deelnemers dat deze in het leven is geroepen om de fietsen en scooters keurig opgeruimd op één plek te hebben. De vraag is wel ten koste van wie dit gebied is opgegeven. Vroeger kon je hier nog je gewone fiets parkeren, wat de snelste manier was om een fiets te stallen als je naar het station ging. Is het het waard dat ‘gewone’ fietsers hun plek kwijtraken om deelmobiliteit maar een plek te geven?
De studenten vinden het lastig om duidelijk te krijgen wie er verder profiteert van de mobiliteitshub. De data van de voertuigen, zoals welke routes ze maken, is volgens hen vooral waardevol voor de leverancier ervan, zodat deze beter weet waar er aanbod moet zijn. Of de gemeente bij die data kan en daar iets mee doet, dat is voor alle deelnemers onduidelijk.
Vivien benadrukt een ander potentieel probleem van deelmobiliteit: de afhankelijkheid van private partijen om mobiliteit te garanderen. Wat gebeurt er als die partijen zich terugtrekken? Moet de gemeente dan in dat gat springen, met alle problemen van dien?
Cameratoezicht
Op het Stadhuisplein, dat volhangt met camera’s, kunnen studenten de vinger er niet achter krijgen welke camera van wie is. Omdat elke camera er anders uitziet, ontstaat het idee dat de ene van de overheid is, de ander van de politie, en de volgende van een ondernemer.
Nog onduidelijker is het waarom de camera’s er hangen en waarvoor de gegevens precies gebruikt worden. Geen enkele camera is voorzien van uitleg, behalve dat er op een centrale plaats een bord staat met daarop de waarschuwing ‘let op: cameratoezicht’. Bijkomend probleem, legt Vivien uit, is dat je nooit weet of de gegevens handmatig worden bekeken, of dat de beelden verwerkt worden door een algoritme. Dit zou bijvoorbeeld enkel melding kunnen maken als er specifiek gedrag gedetecteerd wordt, zoals bewegingen die kunnen wijzen op geweld. Je weet dus nooit of je écht veilig bent, of dat dit enkel voor bepaalde situaties geldt.
Private beveiliging
Een speciale plaats neemt de Beurstraverse in, beter bekend als de Koopgoot. Dit is namelijk een plek die niet van de gemeente is, maar in privaat bezit is. Geen van de deelnemers is zich hiervan bewust. Het positieve nieuws daarvan is dat de private exploitant blijkbaar geen absurde regels hanteert, want het voelt als een gebied als elk ander. Kritischer zijn de deelnemers over dat hier opeens andere regels gelden dan in het publieke domein. Overal hangen camera’s, er loopt private beveiliging rond, groepsvorming is niet toegestaan, skaters worden geweerd. De deelnemers van de datawandeling hopen maar dat de uitbater zich aan de wet houdt en door de overheid hierop gecontroleerd wordt.
Digitale reclames
Bij een digitaal reclamebord op de Lijnbaan houden we stil om te praten over wat hier precies gebeurt. De ene kant vertoont reclames, de ander presenteert zich als een informatiebord van de gemeente Rotterdam. Onduidelijk is wie eigenlijk de eigenaar is van de zuil en van de boodschappen daarop, omdat publiek en privaat hierop door elkaar lopen. Zouden we reclame ook accepteren in het Stadhuis? En waarom moeten we überhaupt verplicht naar reclame kijken terwijl we door een publiek domein lopen?
Vivien legt uit dat deze reclameborden ook nog andere functies kunnen bekleden. Zo was er een paar jaar geleden ophef omdat digitale zuilen onaangekondigd bijhielden hoeveel mensen er naar keken. Dit werd stevig bestraft door de Autoriteit Persoonsgegevens. De studenten vragen zich af of we zeker kunnen weten of dit niet nog steeds gebeurt.
‘Slimme’ deurbel
In een zijstraat van de Oude Binnenweg ontstaat de discussie hoe wenselijk het is dat particulieren zich bezighouden met beveiligingstechnologie. Deze camera’s registeren namelijk niet alleen wie er voor de deur staat, maar ook de omgeving. Dit specifieke geval staat namelijk ook gericht op een caféterras aan de overkant, mogelijk om overlast vast te leggen. Mag dat wel, vragen de studenten zich af, en hoe wenselijk is dat?
Dit vormt de opmaat voor een groepsgesprek over de voor- en nadelen van surveillancetechnologie in de publieke ruimte. Omdat de achtergronden van de deelnemers sterk verschillen, verschillen hun meningen net zo. Deelnemers uit landen en woonsituaties die onveilig zijn, vinden dit een noodzakelijk kwaad om te compenseren voor een overheid die steken laat vallen. Voor hen voelt de discussie over privacy en autonomie vooral als een luxe.
Zo ontstaat de collectieve conclusie dat de context in tijd en locatie, aangevuld met individuele ervaringen, bepaalt hoe mensen technologie interpreteren. Die conclusie maakt tegelijkertijd duidelijk dat door deze variëteit dit soort digitalisering nooit een universele, allesomvattende oplossing kan vormen voor problemen in stedelijke omgevingen.